Zindelijk overdag
Zindelijk overdag
Kinderen worden geboren met het instinct om zichzelf niet te bevuilen, net als de meeste andere dieren. Al direct na de geboorte communiceert een baby met ons. Omdat hij/zij honger heeft, het koud heeft, moe is, of moet plassen of poepen. Wij als mensen zullen er in de meeste gevallen voor kiezen om de baby direct na de geboorte een luier aan te doen en die te verschonen als hij vol is of wij het tijd vinden. Zou je echter goed op de signalen van je baby letten, dan kun je al op heel jonge leeftijd je kindje op/boven een potje laten plassen en poepen. Onderzoek heeft aangetoond dat pasgeboren baby’s al neurale paden hebben die gekoppeld zijn aan blaascontrole. Ook hebben EEG’s (een elektro-encefalogram ofwel een hersenfilmpje) bij pasgeboren baby’s aangetoond dat er meer corticale afscheiding is wanneer de blaas zich vult. Dit geeft aan dat ook pasgeboren baby’s al een centrale betrokkenheid hebben bij het urineren. Het is niet overdreven om te zeggen dat een baby in feite zindelijk wordt geboren. Wanneer we de baby een ultrasnel absorberende wegwerpluier aandoen, zal een kindje snel de connectie met zijn lichaam kwijtraken. De luier voelt droog voor het plassen, tijdens het plassen en na het plassen. Er is weinig tot geen feedback voor het kind en de aangeboren zindelijkheid wordt niet ondersteund of bevordert, maar eerder afgeleerd of in ieder geval genegeerd.
Doe je je kind een wasbare luier aan van een natuurlijk materiaal, dan zal de luier nat gaan voelen als een kind plast en daarna ook vochtig blijven. Bij een nieuwe plas wordt de luier weer warm en nat en de al heel jonge baby voelt dat er daar onder wat gebeurt. De ene baby zal dat vervelender vinden dan de andere baby en een deel van de baby’s zal gaan huilen omdat ze een natte of vieze luier aanhebben. Deze baby’s (en alle andere baby’s) kunnen erg geholpen zijn met Baby Zindelijkheidscommunicatie, waarbij je goed op de signalen van je kindje probeert te letten en het kindje regelmatig boven een potje of wc houdt.
Wanneer we de baby en dreumes over het algemeen in een luier hebben gestoken, zal er een moment moeten komen dat we het kind gaan helpen om zindelijk te worden. Dat kun je zindelijkheidstraining noemen, maar alle elementen om zindelijk te worden of zijn, zijn al in het kind aanwezig. Ik noem het liever helpen bij zindelijk worden.
In Westerse landen is de gemiddelde leeftijd van zindelijkheidswording de afgelopen decennia drastisch gestegen. Zo was de gemiddelde zindelijkheidsleeftijd rond 1940 slechts 18 maanden, waar dat nu rond 35 maanden (meisjes) en 39 maanden (jongens) ligt. Dat is een verschil van 1,5 jaar! Hier zijn verschillende verklaringen voor. Als we nog wat verder terug in de tijd gaan, werd de zindelijkheid meestal al op zeer jonge leeftijd op harde wijze ‘getraind’. In de jaren 20 en 30 werd ouders geadviseerd om op gezette tijden een zeepstaafje in de anus van hun kind te stoppen, om zo een absolute regelmaat van stoelgang af te dwingen. Dat zou de zindelijkheid bevorderen. In die tijd was het ook normaal om bij ongelukjes te schelden of fysiek te straffen. Na de Tweede Wereldoorlog werden deze dwingende methodes gezien als schadelijk en werd het afgeraden om kinderen op een dergelijk dwingende wijze zindelijk te ‘maken’. Maar ook na deze veranderde adviezen waren kinderen rond de jaren 50 nog steeds tussen 18 en 24 maanden volledig zindelijk. Tussen de Jaren 50 en 80 werd de wegwerpluier steeds beter, goedkoper en dus gangbaarder. Tegelijkertijd begon de leeftijd waarop kinderen dagzindelijk waren steeds verder op te schuiven. Een studie uit de jaren 80 vond een gemiddelde leeftijd van dagzindelijkheid tussen de 24 en 27 maanden. In de jaren 90 vond een andere studie dat slechts 50% van de kinderen van 36 maanden oud zindelijk was. Diverse studies leggen een verband met het gebruik van wegwerpluiers, maar ook het feit dat ouders steeds vaker beiden werken en kinderen vaker op de opvang zijn, worden genoemd als verklaringen voor de grote vertraging in het zindelijkheidsproces.
Helaas zijn er vrijwel geen recente onderzoeken te vinden die de moderne wasbare luier en de wegwerpluier vergelijken in een studie naar zindelijkheid, of welk ander onderwerp dan ook. Het lijkt zo te zijn dat kinderen in wasbare luiers ook nu over het algemeen eerder zindelijk worden dan kinderen die wegwerpluiers dragen. Een mogelijke verklaring hiervoor is het natte gevoel van een wasbare luier, waardoor een kind zich meer bewust blijft van zijn/haar plasgedrag.
Grieks potje, 6e eeuws
Hoe kun je je kind het beste helpen om zindelijk te worden?
De meeste wetenschappelijke studies zijn het erover eens dat het op tijd beginnen met het proces van zindelijk worden, zorgt voor eerder zindelijke kinderen en minder problemen met bedplassen op latere leeftijd. Als grens wordt vaak 24 maanden genoemd.
Een recente studie met 13.500 baby’s in China liet zien dat het heel vroeg starten met zindelijkheidswording een negatief effect heeft op het gebruik van wegwerpluiers. Oftewel de kinderen gebruiken veel minder wegwerpluiers en zijn veel eerder zindelijkheid als het proces van zindelijk worden al heel vroeg ondersteund wordt. Ruim 8% van de tweejarigen droeg nog wegwerpluiers, en slechts 0,7% van de zesjarigen. Een hoger wegwerpluier gebruik correleerde met een stedelijke woonomgeving en een hoger opleidingsniveau van de ouders, maar ook met het later beginnen met de zindelijkheidswording. In China is het gebruik van wegwerpluiers minder voorkomend dan in Westerse landen. Veel ouders doen aan Baby Zindelijkheidscommunicatie of Elimination Communication met hun veelal nog zeer jonge baby’s. De studie gedaan onder 13.500 Chinese kinderen toonde aan dat een dergelijk vroege start een gunstig effect heeft op de leeftijd van zindelijk worden. Ook andere studies tonen aan dat vroeg beginnen met zindelijkheidswording meestal leidt tot kinderen die eerder zindelijk zijn, zonder dat dit negatieve gevolgen heeft voor de blaasfunctie. Het proces van zindelijk worden duurt over het algemeen wel wat langer, maar de leeftijd waarop complete zindelijkheid wordt bereikt ligt lager. Het Chinese onderzoek liet een duidelijk verschil zien tussen kinderen die al voor 12 maanden geholpen werden om zindelijk te worden, versus de kinderen die na 12 maanden startten. De tweede groep was langer afhankelijk van wegwerpluiers.
In Westerse landen wordt Baby Zindelijkheidscommunicatie niet heel veel gedaan en ook het vroeg beginnen met het proces van zindelijk worden is niet wijd verspreid. In Nederland begint het merendeel van de ouders pas wanneer kinderen al ruim twee jaar oud zijn. Gemiddeld zijn Nederlandse kinderen tussen 2,5 en 3 jaar dagzindelijk, hoewel 25-30% van de kinderen pas na het vierde levensjaar zindelijk is. Zowel voor kinderen zelf, als voor ouders en leerkrachten kan dit tot problemen leiden. In veel Aziatische en Afrikaanse landen zijn kinderen veel eerder zindelijk, vermoedelijk door de Baby Zindelijkheidscommunicatie die in deze landen de standaard is. Mocht je overwegen om Baby Zindelijkheidscommunicatie te gaan doen met je baby, dan is het de moeite waard om je daarover in te lezen. Het voert in deze blog te ver om het prachtige idee achter Baby Zindelijkheidscommunicatie volledig tot zijn recht te laten komen. Het vraagt echter ook veel tijd, aandacht en aanwezigheid van ouders en is niet voor ieder gezin makkelijk haalbaar.
Hoe ga je je kind helpen om zindelijk te worden?
Los van Baby Zindelijkheidscommunicatie zijn er diverse methoden om een kind te helpen. En een mix van alle methodes werkt vaak ook prima! Het maakt niet zoveel uit hoe oud je kindje is als je begint, als je wat vroeger begint kan het proces wat langer duren, maar is je kindje waarschijnlijk wel op relatief jonge leeftijd zindelijk.
Een aantal basistips:
- Kies het juiste moment uit. Start niet als je kind ziek is (ook niet als het obstipatie of diarree heeft), zorg dat je zelf rust/tijd hebt om een paar dagen veel tijd in het project te kunnen steken. Begin niet als er grote veranderingen op stapel staan, zoals een verhuizing, overlijden (voor zover je dat aan ziet komen), of geboorte van een broertje of zusje. Het is ook handig om niet te beginnen als je kind net in een heel opstandige fase zit. Beter even wachten dan.
- Het is handig als je kindje zelfstandig rechtop kan zitten. Met een kindje dat ook al zelf kan lopen is het nog iets makkelijker.
- Bereid het voor. Heb je nog geen potje in huis; ga dan samen met je kind een potje kopen (of meerdere).
- Zet op diverse plekken potjes neer en vertel je kind waar het voor is. Gebruik ze eventueel ook tijdens het spelen, bijvoorbeeld als de pop moet plassen!
- Praat met je kind. Vertel over een natte of vieze luier, neem je kind eventueel mee als je zelf naar de wc gaat en leg uit wat je doet.
- Zorg voor makkelijk zittende kleding. Hoe makkelijker het aan en uit kan, hoe beter. De blote billenmethode werkt overigens ook erg goed vaak, maar dan moet het niet te koud zijn.
- Maak het leuk en houd het leuk. Straf je kind niet bij een ongelukje, beloon bij succes.
Zindelijk in één dag
Bij deze methode ligt de nadruk op rollenspel, heel veel drinken aanbieden en continu in zicht van het potje blijven. Je zorgt ervoor dat je kind in de ruimte van het potje blijft en zelf blijf je er ook bij. Bij warm weer kan dit ook buiten zijn. Eerst speel je met een pop, die op het potje gaat, daar de behoefte doet en dan beloond wordt. De pop laat je daadwerkelijk drinken en plassen. Heeft de pop toch een natte luier, dan wordt de pop alsnog op het potje gezet, om te laten zien dat er op het potje geplast moet worden (over-correctie). Wanneer je kind deze stappen met de pop snapt, ga je deze stappen herhalen met je kind. Vaak duurt deze eerste fase ongeveer een uur. Laat je kind veel drinken en vraag ongeveer elk kwartier of je kind moet plassen. Help je kind op het potje en beloon succes met complimentjes. Bij een ongelukje in de luier of op de vloer, zet je het kind alsnog op het potje, over-correctie dus. De succesratio van deze methode varieert en is afhankelijk van de leeftijd van je kindje en de voorbereiding en toewijding van de ouder.
Kind volgend
Bij deze methode doe je alles op het tempo van je kind en pas wanneer je kind dat aangeeft. Als je kind interesse krijgt in zindelijkheid, ga je samen met je kind een potje kopen. Je moedigt je kind aan om hier, volledig gekleed, op te gaan zitten. Zorg dat het leuk is en leg er niet te veel druk op. Als het kind een paar weken zo af en toe op het potje heeft gezeten, verwijder je de luier en vraag je het kind of hij/zij op het potje wil zitten. Dring niet aan als het kind niet wil. Laat wel de functie van het potje zien. Je kunt bijvoorbeeld de ontlasting uit een vieze luier in het potje plaatsen en het potje vervolgens legen in de wc. Als ouder zorg je dat er op diverse plaatsen in huis potjes staan en je kind daar makkelijk bij kan komen. Moedig je kind aan om zonder luier rond te lopen. Mochten kinderen het potje niet snel gaan gebruiken, dan kun je als ouder vragen of je kind misschien hulp nodig heeft. Het moment van de eerste succesvolle plas of ontlasting in het potje, moet spontaan komen. Kinderen moeten het gevoel hebben dat het gebruik van het potje hun eigen idee is. De laatste stappen, zoals het potje legen en de wc doorspoelen, ga je pas doen met je kind als het kind hier zelf interesse in heeft. Deze manier van zindelijk maken duurt vaak relatief lang en is erg kindafhankelijk. Gemiddelde dagzindelijkheid bij gebruik van deze methode bleek uit een recent onderzoek rond 34-38 maanden te zijn.
Ouder-geïnitieerd en geleidelijk
Eigenlijk is dit een combinatie van het geleidelijke van een kind-volgende methode, maar wel geïnitieerd door de ouders, zoals bij de snelle ‘zindelijk in één dag’ methode. Je kunt dit op diverse manieren aanpakken. Eventueel kun je dit voorbereiden door samen met je kind een potje te kopen en je kind hier eerst met kleding aan af en toe op te laten zitten. Pas als dat vertrouwd voelt voor een kind, begin je met het daadwerkelijke gebruik van het potje. Zorg dat je kindje makkelijke kleding draagt die snel uit kan. In de blote billen kan ook als het warm genoeg is. Probeer op de signalen van je kind te letten dat hij/zij moet plassen of poepen. Vraag of je kind op het potje wil, doe de luier uit en help je kind op het potje. Beloon succes direct, met een complimentje, affectie, of een sticker bijvoorbeeld. Lukt het niet, laat je kind dan maximaal 5 minuten zitten en alleen als het kind dat zelf wil. Zodra je kind op wil staan, laat je hem/haar opstaan. Geef een beloning voor het proberen en probeer het later nog een keer. Bij deze methode is het belangrijk je kind steeds op tijd op het potje te plaatsen. Als je het moeilijk vindt om de signalen op te vangen, kun je het kind 45 minuten na een drankje op het potje zetten, en/of twee uur na de laatste plas. Om ontlasting op het potje op te vangen, kun je een kind na een grote maaltijd op het potje zetten en/of 24 uur na de laatste ontlasting. Zet je kind niet te vaak per dag op het potje en doe dit in totaal niet meer dan 100 keer. Op een gegeven moment ga je het op het potje zetten vervangen voor herinneringen. Vraag je kind of hij/zij moet plassen. Blijf steeds positief en optimistisch. Na minimaal 10 succesvolle potjesmomenten kun je ondergoed gaan introduceren. Breng dit als beloning, omdat het zo goed gaat, en laat je kind zelf ondergoed uitkiezen. Verschoon je kind bij een ongelukje zo snel mogelijk, zodat je kind went aan schone, droge kleding.
Bij deze methode kan het helpend zijn om je kind veel te laten drinken, zodat er veel oefenmomenten zijn. Zorg dat potjes goed bereikbaar zijn en op diverse plekken beschikbaar. Zorg ervoor dat je regelmatig affectie toont en je kind complimentjes geeft. Het proces tot zindelijk worden kan soms ontmoedigend voor je kind zijn. Laat hem/haar weten dat je er vertrouwen in hebt en dat je van hem/haar houdt.
De blote billen methode
Bij deze methode laat je kinderen vanaf 30 maanden bloot rond lopen in de buurt van een potje. Zorg voor relatief weinig afleiding, kies bij voorkeur een afgesloten/afgebakende ruimte en bied je kindje veel drinken aan. Laat je kind zelf uitzoeken hoe dat werkt met zo’n potje, maar je bent wel aanwezig in dezelfde ruimte. Ongelukjes komen op de vloer terecht. Dus doe dit zomers in de tuin, of in een ruimte met een makkelijk te reinigen vloer. Blijf affectief en positief en mopper niet als je een ongelukje op staat te ruimen.
Je eigen mix
Het mag voor zich spreken dat je een eigen manier kunt vinden, en uit diverse redelijk omlijnde, beschreven methodes, een eigen methode samenstelt. Misschien wel voor elk kind net anders ook. Inmiddels hebben wij vier zindelijke kinderen. Bij alle kinderen hebben wij als ouders het proces geïnitieerd. Bij alle kinderen hebben we bij een leeftijd van 18-24 maanden potjes neergezet en uitgelegd dat ze daar in kunnen plassen en poepen. We zijn natuurlijk niet bij alle vier de kinderen nieuwe potjes gaan kopen, maar hebben de kinderen wel altijd betrokken in het proces van het kiezen van het favoriete potje, en waar neer te zetten. We hebben de kinderen nooit gekleed op het potje gezet, maar altijd direct duidelijk gemaakt waar een potje voor is. De luier deden we direct op de eerste dag uit. Bij warm weer in blote billen, bij wat kouder weer een joggingbroekje, losse legging of maillot. De meeste kinderen snapten direct wat de bedoeling was en deden vanaf dag 1 hun behoeften op het potje. De oudste voerde dit erg ver door, door op de avond van de eerste dag aan te geven dat hij nu in bed ook geen luier aan ging doen. Hij was 2 jaar en een paar dagen. Ook ’s nachts was hij vanaf het allereerste moment droog. Het ene kind deed er wat langer over, dan de ander, maar allemaal waren ze tussen de 20 en 30 maanden dagzindelijk. En bij ieder kind weer zo trots! Ook de nachten zijn hier inmiddels luierloos, maar over nachtzindelijkheid later meer!
Een terugval
Het is heel normaal dat je kindje een tijd lang (bijna) alle plasjes op het potje doet, maar dan plotseling toch weer veel ongelukjes krijgt. Zo’n terugval is heel normaal. Soms uit opstandigheid, soms door stress of veranderingen in het gezin. Blijf positief en affectief en blijf vertrouwen hebben. Als je het gevoel hebt dat het toch echt te vroeg is, of je kind er teveel stress van krijgt, kun je het ook weer even loslaten en over een aantal maanden opnieuw proberen. Het komt echt vanzelf weer goed!
Geschreven door Ilka, eigenaar Nappy's.nl